Hoogvliet (NL), 2006 (2001-2006)
De idee is een conditie te scheppen om datgene wat men wil en datgene wat er is, als een eenheid te kunnen ervaren. Datgene wat men zich wenst en in gedachten bestaat en datgene wat concreet voorhanden is (de wereld waarin wij ons bevinden) kan men alleen als een eenheid zien, indien men bereid is -en durft- te geloven in (de kracht van) de wens te denken en te doen.
Het kunstwerk bestaat uit een overkapping (7.2 x 2.8 x 4 m), die zich deels boven het bastion en deels boven het water bevindt. Het puntige dak is aan de onderkant blauw geschilderd en steunt op 8 ijzeren staanders (H 2.8m). Het geheel is verder in zwart gemoffeld metaal uitgevoerd en zeer duurzaam. Op de nok van het dak staat aan weerszijden een bol (diam. 65cm). Aan de binnenmuur van het zg. bastion wordt een plaquette bevestigd met een korte tekst en de woorden “monument voor Cors Bloot”.
Het kunstwerk is een tijdelijk huis, voor even, waar men doorheen kan stappen of kan blijven staan, aan alle kanten open. Een beschutte ruimte die onderdak biedt aan degene die daar is en tegelijkertijd een kamer op het water doet ontstaan waar alles in beweging en zonder vaste vorm is.
In deze ruimte aan de rand van het water, onder het donkerblauwe dak met uitzicht op een nieuw verstedelijkte overkant, heerst de gelijktijdigheid van het Hier waar men kan zijn en het Daar waar men niet kan zijn. Wat hiertussen is noem ik de ruimte van de wens. Het is ook de ruimte van de mogelijkheden. Het is een monument voor Cors Bloot.