Een begin dat zichzelf zoekt bevindt zich in een lege kamer…
Als iets dat niet beginnen kan,omdat het haar begin niet kent (Wat is er vóór het begin?)en daarom alleen als een weten kan bestaan (dat vol geloof en ongeloof is) ;in deze grote droom ; in dit weten ,dat geen echo kent – geen gezang dat er weerkeert – en dat slechts als geheim overdraagbaar is en dat woont in de niet geopende ogen ,vol licht en wereld; in zuivere tegenspraak, in lege ruimte,vol belofte , vol van begin!In deze avond , vol herinnering ,werd de ochtend geschoven, zachtjes en onmerkbaar voor velen , in zoekend licht. Alles is vandaag en vandaag is niets ……
Hier,in dit bewegingsloze wachtende, in deze onaangekondigde eeuwigheid; in dít weten, dat met stil gelaat en in het witte hemd van ruimte , blind in gebed , haperend , ons verlegen maakt en weerloos ( maar leren wij niet in het weerloze, juist daar, ín de ontvangst, het ontvangende kennen ..)weerloos voor al het komende,( áls het komt ) zoeken wij houvast en vinden ,in een leegte die op de ruimte veroverd werd en in het wakend schijnsel dat dwaalt in de uitgestrektheid van het deurloos museum vol heimwee en stilte, een bezitloos “nu” dat als buit, eindelijk rust, in onze aandacht .
Hier, in dit zwijgen wordt het oude huis bezet met nieuwe mogenlijkheden. Slechts eenmalig kan de terugkeer zijn . Geordend wordt de herinnering teruggegeven aan vele afwezigen.Gereinigd wordt de blik in een zuiver wachten waarin een “nu” dat van niemand meer is,ons gul ontvangt.
Regen valt onzichtbaar en onhoorbaar.In een andere, tegenoverliggende kamer (de spiegel wordt getest !) beklimt men ,al sprekende, hoge trappen en oefent het vallen op harde bodem ; de toekomst wordt voorbereidt ; de hoogste bieder meldt zich en langzaam schuiven wij in een tijd die niet de onze is, in versnellend licht stijgen wij en worden zelf tijd en licht in een vergrote en vernieuwde ruimte…
Ver van hier de witte paarden, geluidloos,in galop, zoekend naar de muren waarachter de mensen wonen. Een toen en een nu ontstaan tegelijkertijd .
Beste Joëlle, een kort bericht nav HASSELT
Een begin dat zichzelf zoekt bevindt zich in een lege kamer…
Als iets dat niet beginnen kan,omdat het haar begin niet kent (Wat is er vóór het begin?)en daarom alleen als een weten kan bestaan (dat vol geloof en ongeloof is) ;in deze grote droom ; in dit weten ,dat geen echo kent – geen gezang dat er weerkeert – en dat slechts als geheim overdraagbaar is en dat woont in de niet geopende ogen ,vol licht en wereld; in zuivere tegenspraak, in lege ruimte,vol belofte , vol van begin !In deze avond , vol herinnering ,werd de ochtend geschoven, zachtjes en onmerkbaar voor velen , in zoekend licht. Alles is vandaag en vandaag is niets ……
Hier,in dit bewegingsloze wachtende, in deze onaangekondigde eeuwigheid; in dít weten, dat met stil gelaat en in het witte hemd van ruimte , blind in gebed , haperend , ons verlegen maakt en weerloos ( maar leren wij niet in het weerloze, juist daar, ín de ontvangst, het ontvangende kennen ..)weerloos voor al het komende,( áls het komt ) zoeken wij houvast en vinden ,in een leegte die op de ruimte veroverd werd en in het wakend schijnsel dat dwaalt in de uitgestrektheid van het deurloos museum vol heimwee en stilte, een bezitloos “nu” dat als buit, eindelijk rust, in onze aandacht .
Hier, in dit zwijgen wordt het oude huis bezet met nieuwe mogenlijkheden. Slechts eenmalig kan de terugkeer zijn . Geordend wordt de herinnering teruggegeven aan vele afwezigen.Gereinigd wordt de blik in een zuiver wachten waarin een “nu” dat van niemand meer is ,ons gul ontvangt.
Regen valt onzichtbaar en onhoorbaar.In een andere, tegenoverliggende kamer (de spiegel wordt getest !) beklimt men ,al sprekende, hoge trappen en oefent het vallen op harde bodem ; de toekomst wordt voorbereidt ; de hoogste bieder meldt zich en langzaam schuiven wij in een tijd die niet de onze is, in versnellend licht stijgen wij en worden zelf tijd en licht in een vergrote en vernieuwde ruimte…
Ver van hier de witte paarden, geluidloos ,in galop, zoekend naar de muren waarachter de mensen wonen. Een toen en een nu ontstaan tegelijkertijd .
Eindhoven 1997