Aan alles gaat iets vooraf dat mij ontgaat. Er is altijd een vooraf en daarom altijd een te laat. De juiste tijd is er niet. Alleen het kunstwerk kent de juiste tijd. De truc is : stilstand. Dit betekent : alle tijd. En waar is het begin? Hier.
Ik was alleen in de stad en dacht aan iemand die ook alleen was in de stad. Een vreemde wijsvinger speelde met de schelp van mijn linkeroor. Ik dacht aan het eerste dat ik zag toen ik vanochtend na drie nachtmerries en twee ontbijten de schoenveter brak en achterover viel op de houten vloer van de zelfgebouwde hut waar het geluid van zwijgende mensen, die zich bewegen maar niet zichtbaar zijn, voortdurend hoorbaar was. Het onverwachte heeft alles om perfect te zijn en in dit geval was het een jonge vrouw die haar zwarte haren waste in de Schelde die daardoor donker kleurde en wier navel ik sinds kort kende en die mij nu verwilderd en boos aankeek. Ik vluchtte, rende weg maar kwam niet vooruit. Zij stak een mes in mijn hart. Ik stierf in haar armen en iedereen neuriede zacht terwijl het rode bloed op de vloer druppelde.
Als een rivier over de berg springt dan zullen de vissen zingen. Als verdriet tot zwaarmoedigheid leidt dan zal het nog 3 jaar oorlog zijn en zullen de kinderen zwijgend hun handen met modder wassen. Als bij zonsondergang de contour van de stad een ruïne lijkt met een paardekop en de torens met hun zwak verlichte vensters van links naar rechts wiegen dan is het tijd om stil te staan en niet te lachen want als een vliegtuig neerstort, is alles vooorbij. Iedereen weet , een oude vrouw heeft niet lang meer om te leven.
Haar boosheid was een spel, een excuus om opdringerig te zijn en om dan mijn leven te beheersen. Het was deel van een strategie die tot doel had afscheid van mij te nemen. Ik wist dit. Er is verte en er is nabijheid. Dit moet ik accepteren. Daartussen bevinden wij ons. Het nabije is te sterk om er te kunnen blijven en het duwt degene die nadert weer terug. De eerste indruk heeft nog niet alle kleuren en blijft in verbazing bleek, aarzelend, niet huilend, niet lachend, nog niet zeurend, terzijde, even, wachtend, staan. Vanuit de nabijheid is een sprong naar ‘Hier’ mogelijk. Maar dit is misschien te ver. Het besluit te blijven is ook mogelijk. In deze aarzeling wordt het schilderij geschilderd, snel maar niet te snel, voorzichtig maar niet te voorzichtig. Beloning: De verte is toegankelijk en de nabijheid verdraaglijk .(Het vereist wel de bijzondere techniek van het achteruitlopend naderen).