Alles is materiaal, alles heeft een vorm en alles heeft een kleur: dit is wat ik zie en wat mij doet denken. Ik kan denken aan iets, maar het denken formuleert concepten en deze bestaan in woorden. Het begrip betekenis is gekoppeld aan taal en deel van ideologieën. Ik wil niet de woorden, ik wil het beeld,. Ik wil geen betekenis, ik wil het kunstwerk in een oneindige, associatieve, luchtige ruimte.
Het beeld is gemaakt en het materiaal verbindt het kunstwerk met de wereld, waarin we leven. Ik maak constructies en volumes: de constructie creëert een ruimte, die een verbinding legt met de openbare ruimte: het sociale, geregelde leven. Volumes daarentegen zijn gesloten met een oneindige oppervlakte: lichamelijk en illusoir.
Kleur verwijst direct naar wat ik gezien heb: de kleur van de buik van een naakte slak of het lichte blauw in het hart van een voorjaars-tulp. Deze slak en de voorjaars-tulp zullen deel zijn van het beeld. Als ik over materiaal , vorm en kleur spreek, dan doe ik dit als synesthesist: One world leads to another. Zo ontstaan voorstellingen.
Henk Visch
Eindhoven, 4.4.2013