Voor Anton Henning

2017
Binnen de arcadische stilte van de spiegel

Op een avond spreek ik mijn vriend Vasily Wells uit Sint Petersburg via skype en ik vertel hem over mijn bezoek aan een tentoonstelling van Anton Henning:

‘Soms, als ik naar zijn werken kijk, is het alsof ik ondergedompeld wordt in een vijver. Een vijver, die je kent uit een verhaal dat in een boek staat met een donker rood, versleten stoffen kaft. Het verhaal speelt in een andere tijd, waar het altijd laat in de middag is en het gaat over een grote familie met vele kinderen, die nooit naar school gaan en die druk en uitgelaten zijn en zich niet tot de orde laten roepen, maar die toch stipt om 6 uur voor het eten aan tafel verschijnen, lachend en blozend terwijl ze Franse woorden mengen met Italiaanse, Russische en Duitse. Een vijver, om precies te zijn, die bij een huis ligt, waar iemand is gestorven, maar niemand weet wie en waar een oude vrouw rode wijn drinkt en lacht om de wereld en de mensen, die zeggen: ‘doe normaal’ en ‘hou je aan de regels’. Zij lacht om die mensen, want …

‘Dit doet mij aan mijn jeugd denken, Henk’, hoor ik Vasily zeggen, ’toen wij nog Communisten waren.’ Ik zie hoe zijn opgestoken hand rakelings langs een glas bier gaat. Ik ga door en vertel verder over wat ik gezien heb,want ik wil nu niet verstrikt raken in Vasily’s jeugdverhalen. ‘Tussen het schilderij en de bezoeker heerst een vrede, Vasily, die bij het kijken zelf hoort. Ken je het gevoel, wanneer, na een hete dag, in de avond je huid dezelfde temperatuur heeft als de zachte wind die er overheen strijkt en er geen weerstand, geen belemmeringen meer zijn tussen jou en de wereld? ‘Tussen je lichaam en de wereld, bedoel je’, corrigeert Vasily mij. Ik reageer weer niet: ‘Tussen de werkelijkheid en mijzelf bevindt zich een wondermooie orde waar ik deel van word: je zou kunnen zeggen, dankzij de oprechtheid van de kunst. ‘Ah, als dat Pasolini niet is’, zegt Vasily. Je weet dat is mijn held, die het waagde de mens te naderen. Ken je zijn jonge gedichten van toen hij 24 was? De zinnen bevrijd in een hier en nu…binnen de arcadische stilte van de spiegel…ik ben in een zwijgende spiegel een blauwe vis. Henk dit wilde ik je altijd al zeggen, jouw werk is deel van die orale traditie, die Pasolini in beeld bracht. Wat denk je?’ Ja natuurlijk Vasily, ik ben de blauwe vis.’ Vasily staart naar iets op zijn bureau, ik zie achter hem een poster met een werk van Olga Rozanova, de suprematistische schilderes van de revolutie, die zo jong gestorven is. Het originele werk zagen we samen in Malaga, in de dependence van het Russisch staatsmuseum. Malaga, de geboortestad van Picasso.

‘Pasolini’, echoot Vasily langzaam in het Russisch met gesloten ogen, zijn woorden herhalend, ‘…bevrijdt in het hier en nu…’

Ik ben geraakt door zijn enthousiasme. Hij vervolgt, ‘Henk, ik herinner me nog zo goed dat ik met mijn familie in de schouwburg zit en naar een concert van Mussorgsky luister in het toen pas geopende Theater voor de Jeugd aan de Bolshoi Sampsonievsky Prospekt in het noorden van Sint Petersburg. Ik herinner me zo goed, het spannende moment voordat het orkest begint te spelen en de instrumenten worden gestemd. Alle instrumenten klinken dan even alsof ze vrij spel hebben en dit geeft een geweldige, plezierige levendige, blije kakafonie van geluiden, van toonhoogten en ritmes. Heerlijk, beter dan welk muziekstuk dan ook. Bevrijd van orde en gezag. Met het stemmen van de instrumenten worden de zintuigen aangescherpt. Prachtig. Ik voelde me vrij en veilig, ik was in de muziek en niet er buiten. Is het iets dergelijks dat jij bedoelt met “in het schilderij zijn”, Henk? Zonder op mijn antwoord te wachten gaat hij verder. “Maar dan slaat de eerste violist met zijn strijkstok een bladzijde van de bladmuziek om en iedereen gaat rechtzitten, het publiek heeft nog even tijd voor een laatste kuch en dan wordt alles anders. Het is stil en alle muzikanten kijken gespannen. Op dat moment kijkt mijn opa mij aan, met een vreemde lach en een gefronst voorhoofd, waarvan wij later zouden zeggen, de lach van Stalin. Mijn moeder gaat zenuwachtig verzitten”. Vasily wordt stil bij deze herinnering, maar vervolgt dan toch zijn verhaal, “Dan komt er een man in een zwart pak het podium oprennen, die even de zaal inkijkt, zich dan houterig omdraait en met een klein stokje, wild een arabesk in de lucht tekent.” Ik zie het allemaal voor me.

“Zoals jij nu weer terug in het theater bent, zo wil ik in het geschilderde interieur van Anton op een stoel plaatsnemen en tijdgenoot zijn van het geschilderde. Ik wil in het interieur de ontsporing zijn en beproeving kennen van de ongekende kwaliteitssprong naar een wereld, die herschikt is. ‘Ja’ zegt Vasily, ‘dat is opmerkelijk, de ruimte is niet zoals in de collage van de Russische Constructivisten verknipt in meerdere ruimtes, waarin het ene beeld los is en gescheiden van het andere’. ‘Alles in zijn schilderijen is even oud’, zeg ik. ‘De bloem is even oud als het behang en de tafel is even oud als de vloer en de Pin-up is even oud als een meanderende lijn en daarbij is alles ondergeschikt aan een grillig spel van vorm en kleur. Het werk is niet psychologisch te duiden, er spookt geen schuldvraag of moraliteit rond, er is geen symboliek. Daarom is het schilderij ook zo toegankelijk en vriendelijk en uitnodigend en geeft het je onbelemmerd toegang tot … de werkelijkheid.’

‘De werkelijkheid, Henk?’, zegt Vasily, alsof ik iets fouts zeg… ‘Ja, de werkelijkheid, zoals die zichtbaar wordt in onze beleving van de wereld.’ ‘De wereld?’ vraagt Vasily opnieuw. ‘Ja, de wereld, waarin alles bestaat en die door niemand opgeëist kan worden, omdat zij van iedereen is. De wereld is van oude mensen, die hun sleutels verliezen en van kinderen, die hun haren kammen en op reis gaan om hun moeder te bezoeken, die alleen woont, in een huis met een vijver en op een stoel zit en wijn drinkt en een sigaar rookt in een kamer, waar een schilderij scheef aan de muur hangt. En buiten hoge luchten en het geluid van vogels.

Henk Visch in gesprek met Vasily Wells

uit :Anton Henning
Portret, bloemstilleven, interieur en pin-up, 2017
Uitgave, Tim Van Laere Gallery, Antwerp.

 

 

 

Top