2019
Een fles melk, een baksteen en een vliegtuig.
Op deze avond, 10 april 2109, wordt de eerste foto getoond van een Zwart Gat waar alles in verdwijnt, met een diameter van honderd miljard kilometer en een massa gelijk aan 6,5 miljard zonnen (6500.000.000), op een afstand van 55 miljoen lichtjaren van de aarde verwijderd. De snelheid van het licht is ongeveer 300.000 km/per seconde. Licht gaat 7,5 x rond de aarde in één seconde. De omtrek van de aarde is ± 40.000 km. De omtrek van de maan is veel minder; ± 11.000 km. De maan is ± 384.401 km verwijderd van de aarde; in iets meer dan één seconde is het licht van de maan in Münster. Men denkt dat de zon nog 5,4 miljard jaar licht blijft geven, dan wordt het een “witte schaduw, een witte dwerg”, in de nacht. Licht komt van de zon. Als atomen verhit worden, krijgen de buitenste elektronen extra energie. Wanneer een elektron weer terugkeert naar een lager energieniveau, wordt de vrijgekomen energie het licht, dat wij zien.
De menselijke maat is het universum niet handig. Het gewicht van de aarde zou in de buurt van een zwart gat worden samengeperst tot een tennisbal. Brrrrrr. De menselijke maat is alleen op aarde te gebruiken; van Neurenberg naar Monaco is ± 1000 km, dat is te overzien, is toch in één dag te rijden met een auto. Twintig keer op en neer naar Monaco en je bent om de aarde geweest…10 keer om de aarde en je bent al voorbij de maan. En 3750 keer om de aarde en je bent bij de zon, daar is het erg heet, ± 5000 graden Celsius, aan de oppervlakte.
In het dagelijks leven hebben we vooral met de maten van het lichaam te maken dat een speciale band heeft opgebouwd met alles wat ons omgeeft, een soort vriendschap. Ik ken de maat van de huisdeur, de stoel, de hoogte van het fietszadel, de hoogte van de traptrede, de breedte van een tweepersoonsbed, ik ken de lepel, vork en het mes ,het verschil tussen een liggend boek en een staand, ik ken de hoogte van de deurklink, de kapstok de schemerlamp maar ook het stoplicht en het reclamebord. De grootte van het thee zakje en de schoenlepel is mij bekend, ook van de melkfles en een A4-tje, de appel, de peer, de ananas en het stopcontact. Ik weet heel erg veel van maten. Ook van het gewicht, van een baksteen of een fiets, of het gewicht van een piano. Ik weet veel zonder dat ik het weet: ik heb kennis en begrip van mijn omgeving. De grootte van iets draagt kennis over en beïnvloedt mijn denken. Zo heb ik een ander gevoel als ik iets zie, dat op de grond ligt of als ik naar een vliegtuig in de lucht kijk. Alles dat tot mijn knie reikt is vertederend of bedreigend. Mijn lichaam meet de wereld. Ik ben neutraal tegenover dingen die zo groot zijn als ikzelf, maar van iets op mond hoogte houd ik het meest. Ook hart-, keel-, buik-, geslacht- en oksel-hoogte zijn maten die mijn denken bepalen. Als er in een afbeelding een referentie over de maat aanwezig is, dan kan ik heel snel voor me zien hoe groot iets is. Ik kan een voorstelling maken. De wereld onstaat in de voorstelling. De voorstelling is het begin van een relatie met de wereld zodat ik verden kan leven omdat ik een verbinding kan leggen met iets buiten mij.
Er is niets onvoorstelbaar, niets zo vreemd dat wij er niet iets van herkennen kunnen. Maar de voorstelling is niet een bevel dat zegt : “Zo is het”. Zonder een voorstellingsvermogen is er ook geen herinnering. Ik word gevoed door herinneringen. Ik doe mijn rechterarm omhoog en vind de hand van mijn moeder, zij wandelt met mij in het Stadspark, zij is 4.70 m hoog, weegt 228 kg en lacht.
Henk Visch 10 april 2019 Eindhoven