Over de tentoonstelling “There were no empty chairs” bij Tim Van Laere Gallery
Kun je een beeld beschrijven, dat in de komende tentoonstelling komt?
Ja zeker, The Doorman. Het is een figuur, menshoog, net zo groot als ikzelf, met een uitgestrekte arm, waarvan de hand een afwerend gebaar maakt. Maar het lijkt ook op het begin van een zegenend gebaar, zoals in religieuze afbeeldingen. Het hoofd is weggedraaid en de figuur staat licht uit balans, is een beetje zijwaarts gebogen, leunend op zijn linker heup; het is een ongemakkelijke houding, uit het boekje van de ochtend gymnastiek waarbij het de opgave is een cirkelbeweging met de heupen te maken rond de denkbeeldige verticale as van het lichaam. Een beweging die ook deel is van het repertoire van de erotische dans waarin het bekken van de danser uitnodigend naar de partner gegooid wordt om in de wereld van nabijheid en sexualiteit te belanden. De licht scheve houding is hier echter het gevolg van de onhandige kunstenaar, die het niet zo nauw neemt met de gelijkenis van zijn werk met de realiteit. Ik houd van de afwijkingen, van de vervormingen, die het realisme op afstand zetten en verlaten. De figuur is voor mij een middel om elders te geraken. Ik volg de zinnelijkheid, die huist in het lichaam en het is verrukkelijk om in de verwildering van het zinnelijk geweld, stand te houden. (The Doorman, afgebeeld in de Tim van Laere Gallery advertentie in ArtForum)
Zit er waarheid in je werk?
Waarheid, schoonheid, het kwade en het goede zijn begrippen die ik niet gebruik voor de kunst.
Zij horen bij het geloof, de politiek en de filosofie. Kunst is anders. Taal ligt niet aan de basis van de kunst. Zij is zelfs onbruikbaar in de praktijk van de kunst, die concreet is en gebaseerd op handelingen. Ik ben een serieuze anarchist, alles kan anders. Woorden zijn het bewijs, dat er iets gezegd kan worden over de kunst. Ik maak altijd titels voor mijn werken, waar ik lang mee bezig ben, om het afscheid te verdragen: de titels zijn de afsluiting van het maken. Mij interesseert wat ik doe, wat ik maak, hoe ik te werk wil gaan en ben daarbij totaal gefascineerd door de effecten van kleuren en vormen, licht en donker, materialen, oppervlakten, de ruimte er omheen en uiteindelijk de presentatie. Ik ben de ceremoniemeester van het festijn van effecten!
Is er iets dat altijd terugkeert?
Wat ik vaak voor mij zie, zijn huilende mensen. Ook heb ik een terugkerende droom waarin ik mijn hoofd heel hard tegen een balk stoot en dan met een schreeuw wakker wordt. Jaren na het overlijden van mijn vader zag ik hem nog wekelijks op straat of in een restaurant of in de tuin. Dit zal zeker in mijn werk te vinden zijn, hoewel dit niet specifiek een uitgangspunt vormt. Wat een heel sterk en terugkerend beeld is, is het moeras. Tijdens het maken van een werk is er altijd een moment waarop ik denk: het moet eruit zien alsof het uit een moeras getrokken wordt met kroos en andere plantaardige afzettingen bedekt, als iets dat verloren was en terugkeert. Alsof het vanuit de dood terugkeert naar het leven. Een tegendraadse beweging, die alleen in de kunst lukt.
Kunst en het publiek; het publiek en de publieke ruimte?
Het kunstwerk functioneert in een sociaal-maatschappelijk verband, de kunst is een openbaar goed. Kunst is een product van de samenleving en niet van een individueel “genie”. Dat zijn de gelovigen, die dit denken. Er zijn rituelen nodig ter optimalisering en bescherming van het openbaar functioneren van de kunst. In een tentoonstelling wordt het kunstwerk gepresenteerd, het straalt omdat het gezien wordt. Voor mij is de tentoonstelling het hoogtepunt van de viering van kunst, omdat de kunst dan openbaar en in de wereld is om gedeeld te worden.
Het verkopen van kunstwerken.
Ik neem de verkoop van kunstwerken niet zelf ter hand en heb geen strategie hoe ik dit kan doen. Ik maak kunst en ik maak tentoonstellingen. Als ik mij wel zorgen maak over geld, dan is dat meer een existentiële zorg en niet specifiek voor de kunst, die ik maak en presenteer. De galerie is de plek waar het kunstwerk verkocht wordt. Zij zijn de specialisten tegenover het kopende publiek. De galerie is een sociaal knooppunt van kunstenaars en kunstliefhebbers. De kracht en meerwaarde van de vriendschappen, die hier ontstaan, vormen een belangrijke factor voor het functioneren van de kunst in het maatschappelijk geheel. Een galerie is een plek waar mensen graag komen om zich over te geven aan een denkbeeldige wereld waarvan zij wel een vermoeden hadden, maar die zij nog niet eerder konden zien.