Stede Broec (NL), 1999
Wandelaar met stok
…En deze open plek wordt tot een bijzondere plek, doordat zij wordt opgeëist door de figuur, de wandelaar met stok. De leegte, die vrij is van bepalingen en voorschriften, wordt hier niet bepaald door de ontkenning van aanwezigheid -als zou er niets te zien mogen zijn dat de vrije blik belemmeren kan- maar is vervuld van voorstelling.
Aan deze acte de presence is een voorwaarde verbonden: namelijk dat zij door de aanwezigheid niet heerst of overheerst. Zo verlegt de figuur het zwaartepunt van haar aanwezigheid van haar grootse gestalte naar de dunne stok, die met de punt de grond raakt als een bliksemafleider. Hier verdwijnt de macht van haar presence…