Universiteit Maastricht, 2001 (1999-2001)
Het is géén ruimte met functies voor handelingen, gedrag en vertoon. Het is een beeld, het is een beeld van Tijd
De tijd van wachten, hangen, dralen en slenteren zoals de jongeren dat doen in de vroege avond bij een verlichte lantarenpaal schuchter lachend in zacht gesprek en de ouderen dat doen bij een brug en zwijgen over wat ze weten en niet weten
De tijd die er is voordat je de ruimte binnenstapt in het moment vertoevend voor de overgave aan de verrassing
De tijd die er is nadat je de ruimte weer uitstapt verzwaard door zoveel achtergrond dat -eenmaal buiten- voor je ligt als perspectief
De tijd van traagheid die generaties nodig hebben om één stap te maken in de richting van wat er nog niet is
De tijd die de gedachte voorbereidt nog los en vrij van context, zin en bestemming
De tijd die je meeneemt naar vlaktes waar de wind vrij spel heeft naar de bergen die je optillen om in de verte te staren naar de zee die je roept en rept van woestheid en gruwel
De tijd tussen het een en het ander tussen de regenbuien waar de onvatbare ruimte van de tegenwoordigheid schuilt in het uiteenspatten van een regendruppel
De tijd waarnaar je terugkeert de korte jaren die goed zijn voor een heel bestaan
De tijd die je niet hebt en ziet verdwijnen.