Het atelier is een plaats waar ik mezelf en de tijd vergeten kan, maar eerst moet ik iedereen wegsturen die er rond loopt. Meestal lukt dat niet onmiddelijk maar wel als ik aandring en even wacht Dan ga ik zitten op een stoel. Ik word als een poes die voor het raam zit. Alleen is er geen raam en ben ik geen poes.
Ik loop er als een beer in gevangenschap, als een zwerfhond in Santiago, wachtend als een vluchteling op de straathoek. Maar eigenlijk slaap ik.
Niets is zeker. Als het goed is, is er niets te doen. Pas als er een stuk ijzer uit mijn handen valt, weet ik waar ik ben en wat ik doe. Ik ben aan het werk in mijn atelier.
Alles is er onaf terwijl ik in en uit adem. Als mijn adem drie keer stokt gedurende een uur, dan is het werk af, en gaat het onmiddellijk met een vorkheftruck naar de opslag. Ik kijk er niet meer naar om, het wordt deel van andere werken die ik later zal inpakken en die zullen verdwijnen in een vrachtauto.
januari 2014